Kunstenaar over eigen werk
Roger De Crits 1913 - 2002
IK vergeet nooit mijn eerste ontmoeting met kunstschilder Roger De Crits. Het was in 1974.
Ik was amper 23 jaar en hij 61. Hij bekeek mijn kleine werkjes aandachtig en zei :”er schuilt talent in u, vriend, maar uw werk mankeert kloten”. Door deze onthutsende, eerlijke uitspraak voelde ik mij danig op mijn tenen getrapt en bleef zeker twee maanden uit zijn buurt. Uiteindelijk begreep ik wat hij bedoelde, vroeg hem raad en werd zijn privé leerling. In een paar maanden tijd tilde hij mij op van eigengereid jong tekenaartje tot een volwaardig kunstenaar. Hij vervolmaakte mij niet alleen technisch maar haalde tevens mijn diepste zieleroerselen naar boven. Geen kleinigheid. Extreem confronterend, maar oh zo nodig.We werden vrienden, kunstbroeders voor het leven. Hij overleed in 2002, op de dag van mijn eenenvijftigste verjaardag.
Ter gelegenheid van een kleine tentoonstelling in 2008 schreef zijn zoon in het gastenboek:
“pa zoe gezeid èn datdet verstaon hèd”. Memorabele gentse woorden die me voor altijd aan Roger De Crits zullen doen terug denken.
Als baby op de arm van moeder - 1952
Met vader 1957
Allereerste tentoonstelling. Zwadderkotmolen, Oudenaarde 1974
Men gaat er altijd van uit dat een schilder beïnvloed is door andere schilders.
Natuurlijk is dat zo. Voor mij persoonlijk zijn dat hoofdzakelijk Rembrandt, El Greco, Picasso, Permeke, Gustave Van De Woestyne, Nicolas de Staël en mijn voormalig leraar Roger De Crits.
Maar wie evenzeer mijn werk en leven beïnvloed hebben zijn Brel, Piaf, Bob Dylan, The Beatles, Leonard Cohen, Marianne Faithfull, Pattie Smith, Toon Hermans, Louis Paul Boon, Marc Sleen en Gandhi.Of de muze echt bestaat weet ik niet.Feit is dat er perioden zijn dat de creativiteit naar buiten gutst en andere perioden dat het allemaal wat knel zit. Schrijvers hebben het over de kwelling van het witte blad. Het lege paneel of het maagdelijk blanke canvas is even pijnlijk en confronterend. Creëren doet men niet alleen daar ben ik onderhand
al lang achter gekomen. Wie dan meewerkt? Noem het God, de elementen of de natuur.Als het vast zit moet een schilder slechts één ding doen: werken, iets ondernemen. De inspiratie een handje helpen.
Een voorbeeld:”Break the canvas” zoals het zo mooi klinkt in het Engels. Een ongecontroleerde vlek maken of een diagonale houtskoolveeg. Alles is goed om verder op te bouwen. In alles kan je plots iets ontdekken dat inspireert.
Wat afstand nemen, er een uurtje zitten naar staren, je laten meevoeren in het spel van lijnen, vlekken en kleuren. Het doek op zijn kop zetten en dan plots iets in de chaos ontdekken. Grootse momenten, de verwondering.Een vrij leven als kunstenaar is niet altijd rozengeur en maneschijn. Er moeten ook donkere dalen worden doortrokken waar nooit een zonnestraal komt.
Vrijheid heeft zijn prijs. Een sterke vrouw die in jou gelooft en je steunt is onontbeerlijk. Misschien was ik zonder Rita al lang dood, of gek. Wie weet?
Wie zich een werk van mij aanschaft koopt geen geschilderde vertelling. Gans mijn oeuvre maakt deel uit van mijn aanhoudende strijd voor vrijheid. Dit is de essentie van mijn schilderwerk. Ik verkoop stukjes van mijn leven, stukjes droom, gevoelens, frustraties, spot en alles wat misloopt en ontspoort.
Zo tracht ik mensen aan te zetten om vrij te denken, te praten en te handelen en hun verlangens waar te maken. Hoe meer wij dromen, hoe meer we collectief vrij zijn. Weg uit dat bange, enge hokjes denken en –leven.
Iemand stelde mij ooit de vraag of ik schilderde om iets te betekenen in deze tijd, of om na de dood nog een beetje verder te kunnen bestaan. Ik moet eerlijk bekennen dat ik als jonge kunstenaar ooit wel flirtte met deze gedachte maar het vorderen in leeftijd bracht mij tot andere inzichten.
In Rome, vlak bij de piramide van Cestius, ligt een prachtig kerkhof.
Daar, op het graf van dichter John Keats, staat een prachtige tekst:
“hier rust iemand wiens naam geschreven stond in water”. Ontzettend
mooi vind ik. Toepasselijk op zwerver en keizer. Hoezeer we ons
inspannen om in dit leven iets wezenlijks belangrijk te creëren, eenmaal hier weg blijven we weg. Als de tijd het belangrijk vindt om iets te laten voortleven zal dat gebeuren, omdat de tijd zoveel meer omvat dan het scheppend moment van de createur.
Wat of wie bepaalt nu precies wat kunst is of kitsch? Hoeveel keer heb ik deze vraag al onder mijn neus geschoven gekregen. Het is een aartsgevaarlijk dilemma want de vraagsteller is meestal van plan om, wat voor antwoord hij ook krijgt, de betrokkene zo te manipuleren dat deze zijn werk gaat verdedigen en op die wijze uiting geeft van hoogmoed en zelfverheerlijking.
Ik antwoord altijd met een verwijzing naar Jacob Burckhadts definitie:
“Kunst is een tastbare vorm geven aan het innerlijke. Iets innerlijks zodanig uitbeelden dat we het kunnen zien als een uitwendig beeld is een zeer zeldzaam vermogen”.
Ik ben geen muzikant maar tokkel graag op mijn gitaar.
Ik ben geen schrijver maar schrijf graag. Mijn gedachten omzetten in
geschreven woorden.Ik ben wel een plastisch kunstenaar en daarom kies ik voor de visuele
conversatie als het over uitdrukken van gevoelens gaat.Ik vind dat er te weinig of niet genoeg woorden bestaan om dàt precies uit te drukken.
Zeggen dat een werk mooi is betekent weinig voor mij. Ik wil gevoelens los weken, mensen raken. Niet moraliseren maar vreugde en verdriet ontwaren, ontreddering en emoties in hun ogen zien. Als iemand geïrriteerd of verbolgen is over mijn werk ben ik ook in mijn opzet geslaagd. Een kunstwerk is volgens mij pas goed en waardevol door de waarheid en de confrontatie dat het inhoudt.
Het liefst schilder ik over mijn passies: havens, koers, Beatles. Over innerlijke vreugde en verdriet, maar eveneens over demonen en kerkhoven, over bijzondere begraafplaatsen en rustplaatsen. Sommige mensen vinden dit luguber. Luguber is wellicht een overdreven woord. Mysterieus en magisch,
dat wel. En…men hoeft er niet bang voor te zijn. Is de dood niet een deel van het leven net als geboren worden?Epicurus schreef ooit: “we hoeven niet bang te zijn voor de dood, zolang wij er zijn is de dood er niet en wanneer de dood er is zijn wij er niet”.
Cees Noteboom bedacht ooit een prachtig woord voor het genieten in zuiders regionen. Hij noemde het "de tijd traagzaam laten smelten". Fantastisch vind ik zoiets. Daar kan ik positief jaloers over zijn.
Voor een schilderij van een zuiders landschap dat ik schilderde in 2007, bedacht ik als titel "fransschap" een samentrekking van Frankrijk en landschap, waar ook vriendschap in vervat zit.
V.l.n.r. Oud-renners Jos Meesters, Jan Janssens,
Rik Van Steenbergen en acteur- auteur Alex Van Haecke
Koers als thema, waarom niet?
Alles zit er in vervat. Het is het dagdagelijks leven in een notendop. Triomf en nederlaag, tegenslag, doorzetten, afzien. Kameraadschap en verraad, bikkelharde strijd. Hevige pijn tot soms zelfs de dood. De atleet en zijn passie. De ongelijke strijd van menselijk vermogen en techniek tegen de natuurelementen. Een passage in multicolor als een circus door een prachtig landschap trekkend. Soms grijs en zwaar, dikwijls donker en zwart.Wie was het die ooit zei: “Koers is kunst”.
2001
Frans journalist-fotograaf Jérôme Yager heeft een passie voor wielrennen, fotografie en kunst.
Op reis in Frankrijk worden met Jérôme en vrouw Vanessa de eerste plannen gesmeed om de wielerexpo's naar Frankrijk te brengen."Kunst rond Koers" in het Véloparc - museum, Plouay. Jérôme met mij op het terras.
Vernissage "Kunst rond Koers" 1999. Actrice Truus Druyts onderhoudt het publiek met poëzie en proza.
Sabine De Vos verzorgde de inleiding voor "Kunst rond Koers deel II" in 2001.
Rita met de honden Snoopy en Stereo, mijmerend op de koer van Jérôme en Vanessa's domein.
1999
Mijn concept voor de "Tourmalet - constructie" werd gerealiseerd door Loco (Filip De Poortere).
De fiets is mijn seventies machine.
Ik druk graag de raadselachtigheid uit, het mysterie. In sommige werken laat ik bewust zaken half verborgen. Ik wil de bezoekers met vragen achter laten. Als ik naar de mensen kijk die in mijn wereld willen binnenraken merk ik aan hun gezicht of ogen dat ze verloren lopen. Soms staren ze mij aan, er wordt gefezeld. Ze kijken opnieuw, menen bepaalde dingen te zien en te weten.Als ze opkijken glimlachen ze eens alsof ze iets belangrijks ontdekt hebben. Af en toe stelt men vragen.
Ik schilder en teken op papier, canvas of paneel.
Met olieverf, latex, houtskool, zand, stenen, glas…….en de stille gedachten in mijn hoofd.
Door de aard van mijn werken voelen veel mensen aan dat ik niet vrijblijvend schilder en oppervlakkig leef.
‘Denkt u dat er leven is na dit bestaan?’ wordt mij meer dan eens gevraagd. Wie ben ik om daar een afdoend antwoord op te geven. Niettegenstaande ik best kan begrijpen dat alles wel eens zou kunnen stoppen met de dood geven bepaalde ervaringen mij het gevoel dat er iets meer is dan alleen het leven. Iets overkoepelend waar we niet bij kunnen. Mogelijks bestaat er nog een leven in een totaal andere dimensie. Deze denkwijze confronteert mij echter altijd met een dilemma: als de mens voortkomt uit het dier – we zijn tenslotte zoogdieren die geestelijk wat meer of misschien gewoon anders geëvolueerd zijn – waarom zou God of de natuur de mensensoort bevoordelen ten opzichte van de dieren voor wat een verder leven betreft? Er is in de evolutiegeschiedenis toch geen strikte grenslijn te vinden waar het mens of dier zijn af te leiden valt. Waar ligt het keerpunt dat een dier niet langer dier was maar een mens?
Het is een vraag welke men niet moet voorleggen aan rechtlijnig denkende wetenschappers of aan conservatieve katholieken. Met onafhankelijke open geesten kan men daar wel over praten, argumenteren en filosoferen. Maar misschien zijn zulke uitzonderlijk weinig voorkomende individuen wel ‘oude geesten’ zoals de Britse biologe Jane Goodall schrijft in haar boek ‘Hoop voor de toekomst’.
Voor velen en ook voor mij zijn de Beatles de soundtrack van mijn jonge leven.
Maar ze zijn meer. Ze bepaalden en veranderden, wellicht onbewust, de tijdsgeest.
Zij waren de eersten die goede popsongs tot kunst verheven door steeds naar vernieuwing te zoeken en te experimenteren. Hun lyrics vermengden zich door de
jaren met mijn ervaringen en inzichten. Met die mix mogen werken is een godsgeschenk. In mijn - op hun teksten geïnspireerde – werken zit een deel tijdsgeest, een deel Beatles en een groot stuk van mezelf.Rita, mijn echtgenote, bij het schilderij "Lovely Rita".
Ja, de hedendaagse kunst.
Kunstpaus Jan Hoet, Wim Delvoye, Jan De Cock, Jan Fabre, Tuymans. Zeer zeker hebben deze kunstenaars wat in hun mars, maar ik heb geen affiniteit met urinoirs, getatoeëerde varkens, met vlees beklede pilaren, stront machines, rekken lege conservenblikken, mosselpotten of wasdraden vol vuile sokken en versleten bh’s.
Ik stel mij daar ook de vraag bij hoe een Tuymans, die zijn werken op een klassieke wijze aanlegt……en vervolgens stopt, bij die hedendaagse kunst hoort?
Wie ik altijd geapprecieerd heb is Panamarenko. Het draait bij hem allemaal om de fantasie en het bewaren van de kinderziel. Kunstenaars als Dees De Bruyne(+1999), Michael Borremans, Jeroen Krabbe en Sam Dillemans kunnen mij bekoren. Meer zelfs, ik voel verwantschap met hen.
De hooghartigheid en eigenwijsheid van bepaalde gezagdragende mensen uit de kunstwereld neemt soms onaanvaardbare proporties aan. Hoe ze bijvoorbeeld op kortzichtige wijze een “nieuwe stroming” als de enige en waarachtige kunstvorm uitroepen en al het overige, zonder enige nuance, naar de prullenbak verwijzen. Hoe ze hùn zienswijze en mening op dictatoriale manier als de grote waarheid opdringen. Hoe kunnen
ze zo naïef zijn. Er bestaat geen expliciete waarheid in wat dan ook. Wat zal er ten andere binnen honderd of twee honderd jaar overblijven van wat deze kunstpausen top vonden?Als kunstenaar kom je in contact met mensen van allerlei pluimage. Mooie mensen, schatjes soms, maar af en toe krijg je ook te maken met mensen vol afgunst en jaloezie. Orakelde sujetten zonder inhoud, een buik vol pretentie. Klootjesvolk. Sinds een vijftiental jaren probeer ik mij van dergelijke individuen weg te houden. Hoe verder uit mijn buurt, hoe liever want ze vreten alleen maar energie en zijn puur tijdverlies. Dit soort mensen meent vooral anderen te moeten wijzen op de mogelijke juiste richtingen, terwijl er voor ieder van ons maar één richting is. Weg ermee. En als ik ze door omstandigheden niet meteen uit mijn leven kan kieperen maak ik een karikaturaal portret van dergelijke blaaskaken. Zonder dat ze het zelf in de gaten hebben zet ik hen te kakken en lach ik mij een kriek tijdens het schilderen. Zo worden ze “vereeuwigd” en hangen ze te kijk in mijn atelier…..of aan een gepolijste muur ergens ten lande.
In 1983 kwam ik voor het eerst in Viana do Castelo (noord Portugal), voelde mij er meteen thuis en maakte er vrienden. De havenbuurt daar doet mij terugdenken aan de oude Gentse haven uit mijn kindertijd. Speelt het misschien mee dat dit stukje Portugal Keltisch is? Vijf kilometer ten noorden van Viana ligt, tegen de oceaan aangeplakt, het kleine, eeuwen oude dorp Carreco. Eenentwintig jaar later keerden wij terug, logeerden bij de vrienden van weleer en bleven er drie maanden wonen in het strandhuis in ons geliefde Carreco. Na 2 desastreuze jaren van allerhande materiële tegenslagen begon ik opnieuw te schilderen in 2006.
Ateliers, woon- en verblijfplaatsen. Ze betekenen erg veel voor mij. De sfeer en de geest die er hangt bepaalt de inhoud van mijn werk. Daarom duid ik op een schilderij altijd de plaats aan waar het gemaakt werd. Ik werkte achtereenvolgens in Wondelgem van 1975 tot 1988,(WOND); Wannegem-Lede van 1989 tot1993,(WL); Kluisbergen van 1994 tot 2004, (KL); Carreco 2006,(Carreco) ; en Ellezelles van 2006 tot vandaag,(ELLZ).
Zo weet iedereen nu wat die rare, kleine lettertjes op mijn schilderijen betekenen.
Het wijsheidshuis van vrienden in Szigetvar - Hongarije, waar wij regelmatig twee maanden wonen om te werken en te leven. Een goeie plek. Een inspirerend huis. Ik werkte er een verhalenbundel af en maakte er zevenentwintig schilderijen
Vraag mij niet wat ik nu precies bedoel of wat ik wil uitdrukken met een bepaald werk. Vertel mij liever wat het bij u losmaakt en wat u er bij voelt, dan kan onze conversatie pas boeiend worden. Meelopen met de nieuwste hypes en -ismen is voor idioten, want binnen de kortste keren ben je 'out' en sta je in je onderbroekop je neus te kijken. Daar zijn genoeg voorbeelden van. En dan maar teruggrabbelen en dat met veel poeha en loze woorden trachten goed te praten. Nee! Niet doen. Doen wat je moet doen. En trouw blijven aan jezelf, dat is de boodschap.
Op zestienjarige leeftijd
sprak ik stilletjes met mezelf af:Om nooit achter welke vlag ook te lopen,of het zou de vlag van de vrijheid moeten zijn.Om enkel dat soort werk te verrichtendat ik interessant of nuttig vind en nooit blinde bewondering of nederigheidop te brengen voor hoogwaardigheidsbekleders en hun systemen.Ik heb in mijn leven veel genoten,maar mij ook veel geergerd. Ik heb rake klappen gekregen, dat is de tol.Rijk en machtig ben ik nooit geworden,maar trouw aan mijn drie punten kan ik spreken van een succesvol leven. Voor het schilderen van thema's, gevoelens en figuren uit zijn oerangst dromen (zie afbeelding) moet men verdomd sterk zijn. Het zijn werken waarvan de basis verborgen zit in het duizenden jaren oude bewustzijn. Onpeilbare, diepe, ondefinieerbare levensangsten. Dergelijke gevoelens vergeleek muzikant Jean Blaute ooit met 'De schreeuw' van Munch, horor vacui.C.v.h.In de grootste eenzaamheid, desolaatheid, hopeloosheid en verdriet wil ik het schone aspect bewaren en tonen. Als de toeschouwer dat weet waar te nemen, dat is bizarre schoonheid. En dat maakt het nog boeiend ook, de moeite om naar te kijken. Men noemde mij wel eens de schilder van de bizarre schoonheid. Mij best, ik ben daar fier op.
Als de tijd het me toelaat zou ik me willen toeleggen op een reeks over dieren. De vriendschap tussen 'mens' en dier, de wreedheid jegens dieren waar de mensheid zich al duizenden jaren aan bezondigd en de laatste zestig jaar op ongekende wijze crescendo gaat. Mensen die trekken van bepaalde dieren hebben enz.
Meer en meer word ik geïnspireerd door mijn kindertijd. Mijn angsten, mijn dromen, vervaagde ervaringen die terug komen. Verhalen over de oorlog die mijn ouders mij vertelden. Mijn vader heeft de bombardementen op Hamburg meegemaakt. De zinsnedes 'de dag werd bijna avond door het vliegtuigentapijt in de lucht', 'een alles overheersende vuurzee waar brandende mensen doorheen liepen' zijn een gans leven in mijn geest blijven hangen. Daar wil ik mee werken.Toen Erwin De Bie in 2001 zijn tweede luik 'Kunst rond Koers' afsloot was het de bedoeling om het sluitstuk van de kunst-wielertriptiek binnen de vier jaar te exposeren. Na 70 wielerwerken was de schilder echter wat wielermoe. Hij ging zich op andere thema's toeleggen zoals kerkhoven, psychologische thema's, Beatles'songs, havenzichten etc. Ondertussen herbronde hij wat de koers betrof. Pas begin 2017 stak de wielermuze weer de kop op met een tas vol inspiratie voor 'Kunst rond Koers 3' in 2019.
R.J.
Ik probeer in mijn werken mijn persoonlijke, eigenzinnige kijk op het wielrennen weer te geven. Mijn passie ervoor uit te beelden zoals ik het voel. Het zijn de heikele, harde, soms hemeltergende punten die mij inspireren om er diepe kunst van te maken en niet enkel op het oppervlakkige circus te focussen.
Een man vroeg mij ooit: 'Maar waarom zoveel zwart-wit in uw werk over dat kleurrijke spektakel ?' Ik antwoordde hem dat ik de koers van binnenuit bekijk en ervaar, en niet alleen van de buitenkant. 'Rij de Koppenberg eens op en je zal vlug merken dat er halfweg niet veel kleur meer overblijft' gaf ik hem als voorbeeld.
Soms vragen renners en oud renners mij of ik ooit zelf heb gekoerst. Een mooier compliment kan ik mij nauwelijks voorstellen.